Pedro Almodóvars meest persoonlijke boek: een zelfportret verwoord in twaalf verhalen die zijn geheime passie voor schrijven onthullen.

"Dit boek komt het dichtst in de buurt van een gefragmenteerde autobiografie. [...] De lezer krijgt uiteindelijk de meeste informatie over mij als filmmaker, als verhalenverteller, en over hoe mijn leven het een en het ander laat samensmelten."

Zo definieert de auteur dit boek, in een briljante inleiding die tevens als raamwerk dient: de twaalf verhalen waaruit het bestaat, bestrijken verschillende periodes, van de late jaren zestig tot heden, en weerspiegelen enkele van zijn meest intieme obsessies, evenals zijn evolutie als kunstenaar. De donkere schooljaren, de invloed van fictie op het leven, de onverwachte effecten van toeval, de verfijning van humor, de nadelen van roem, de fascinatie voor boeken en het experimenteren met verhalende genres zijn enkele van de thema's die dit essentiële boek, dat meerdere betekenislagen bevat, kenmerken.